Tekst René Seghers
In 2017 brachten we een artikel over Svetlana Tartakovska’s ingetogen, poëtische schilderijen van onschuldige jonge vrouwen, waaronder ook haar dochter. Na een bezoek aan de Rembrandt-tentoonstelling in de Hermitage 2018 raakte Tartakovska gegrepen door diens ‘Flora’ en zijn technische meesterschap in het schilderen van luxueuze stoffen en jurken. Die stofuitdrukking en de relatie tot het model, en het evenwicht in gevoel en kleur fascineerden haar.
Zij vroeg zich af of ze evenveel liefde en geduld in een werk met zoveel detail zou kunnen stoppen. Het liet haar niet meer los en mondde uit in een nieuwe serie schilderijen, waarin haar kunst een nieuwe dimensie krijgt. In maart exposeert ze in München en in oktober is haar nieuwe werk te zien in de Amsterdamse Gallery 238.
Voor Tartakovska heeft Rembrandt iets in zijn werk dat eeuwig is: ‘Het is een mysterie. Hoe hij het gevoel vangt, het licht en kleur. Ik keek daar altijd een beetje tegenop. Na die expositie in de Hermitage liet ik dat achter me. Ik raakte er juist door gefascineerd en werd nieuwsgierig naar de warmte van het licht. Naar de stofuitdrukking. De gelaagdheid, de plooienanatomie, het is een hele wetenschap, zo leerde ik.’ Nu is het verschil tussen Rembrandts tijd en het heden dat niemand meer in dat soort extravagante, bijna sprookjesachtige kostuums over straat loopt. Het verschil met Tartakovska’s naturelle schilderijen van voorheen is daarmee direct aangegeven: de setting is nu veel gecontroleerder. Hoewel Rembrandt in ‘Flora’ waarschijnlijk zijn geliefde Saskia schilderde, hadden dergelijke schilderijen destijds natuurlijk rijke opdrachtgevers en -geefsters of hun kinderen tot onderwerp. Tartakovska’s uitgangspunt was volkomen anders. Zij wilde weten of ze die techniek en die overdaad ook in haar eigen schilderswereld zou kunnen toepassen. Haar modellen zijn meisjes uit haar omgeving die iets hebben dat haar inspireert. De kleding op de nieuwe schilderijen transformeert hen tot iets dat ze in het dagelijks leven niet zijn. Het worden prinsesjes, jonge vrouwen met een iconische uitstraling. Tartakovska: ‘Ik wist al welk model ik zou vragen, want ik had haar eerder in een winkel gezien. De eerste uitdaging was het vinden van de juiste kleding. Ik ben alle stoffenen kringloopwinkels langsgegaan en heb de jurken zelf gemaakt. Er ging echt een heel proces aan deze serie vooraf. Maar daarna kon ik eindelijk gaan schilderen.’
Eeuwige schoonheid
Voor de kunstenares voelde dat als een grote stap, waarvan de uitkomst niet vaststond: ‘Ik heb mij gericht op eeuwige schoonheid. Op iets universeels: sublimatie. Dat is in deze context echt nieuw in mijn werk. Op dit moment heeft nog niemand het gezien. Ik kom er voor het eerst mee naar buiten. Als je iets nieuws probeert, is het spannend of andere mensen daarin mee zullen gaan. Natuurlijk ben ik onzeker. In plaats van mijn succes te herhalen, zoek ik hier mijn grenzen op. Ik blijf ook kritisch op mijn eigen werk. Voor mij is het schilderen één groot onderzoek. Het staat niet vast waar ik uitkom. Het is een proces dat zich deels in je hoofd afspeelt, zoals de keuze om dit onderzoek naar stof, licht en sublimatie te gaan doen. Als je dan eenmaal aan het schilderen bent, neemt het instinct het over. Schilderen is een autonoom proces. Dat gaat in een soort trance, waarbij je onderbewuste een hoofdrol speelt. Gevoel, intuïtie. Daar is overigens niets mysterieus aan, hoor. Volgens mij schildert iedere kunstenaar op die manier.’
In de huid van Rembrandt
Het was natuurlijk een uitdaging om een klein beetje in de huid van Rembrandt te kruipen en net zo gelaagd en verfijnd als hij te gaan werken. Imitatie is het echter niet, zegt Tartakovska: ‘Dat kan ook niet. Dan zou je dezelfde pigmenten en verf moeten gebruiken. Met die verf had hij soms meer dan dertig lagen nodig om een bepaald effect te bereiken. Dat werkt niet op dezelfde manier met de verf van nu. Ik ga ook geen lagen schilderen om lagen te schilderen. Als het in vijf lagen gaat, is dat prima.’
Iconische lading
Tartakovska’s nieuwe werk kenmerkt zich door directheid. Je kijkt niet langer als een voyeur naar een intiem tafereel van onschuldig leven, maar er staat een persoonlijkheid op het doek tegenover je. Het model is nog steeds kwetsbaar, maar het is zich bewust van haar vrouwelijkheid en kracht. De modellen kijken soms dwars door je heen. Lippen krijgen de lading van de lippen in een Renoir. Hoe mooie en ragfijn het kant en het brokaat ook zijn, de persoonlijkheid van het model domineert. Als Tartakovska’s schilderijen over 1000 jaar, en een paar digitale archiefvernietigingen verder, nog bestaan, zullen experts zich wellicht afvragen welke belangrijke prinses er op deze schilderijen staat afgebeeld. Uit niets blijkt nog dat het om terloopse modellen gaat. Niet alleen Tartakovska’s palet is gelaagd geworden, maar ook de lading van de schilderijen gaat voorbij de natuurlijke onschuld van haar eerdere werk. Door de modellen zo aan te kleden, ontstond vanzelf het probleem van het vinden van een evenwicht tussen de oogverblindende details van de stof en de soms ragfijne, maar altijd luxueuze uitstraling van de aankleding en het model zelf. Zij ademen iets speciaals, iets krachtigs. Het zijn theatrale portretten. De modellen krijgen een iconische lading. Ze hebben de allure van hedendaagse Nefertiti’s, het portret van Jan Six. Tartakovska: ‘De uitdaging was het vinden van de juiste balans. De stoffen waren het uitgangspunt, maar uiteindelijk mag dat het portret niet in de weg staan.’
Nocturne
Tartakovska werkt gemiddeld ongeveer een maand aan een schilderij: ‘Voornamelijk ’s nachts. Want overdag kan ik niet werken. Pas als het gezin naar bed gaat, ga ik aan de slag. Van elf tot vijf uur ’s nachts, en dan slaap ik tot een uur of twaalf. Wat mijn inspiratie betreft: ik moet een idee hebben, iets waarin ik kan groeien. Ik sta niet lang stil bij wat ik gemaakt heb. Ik hoop dat het verkoopt, want dan kan ik verder. Maar ik vind exposities en openingen heel eng. Je geeft je toch bloot, ik voel me dan kwetsbaar. Nieuwe wegen brengen onzekerheid met zich mee. Ik haal het uiterste uit mijzelf, maar heb echt geen idee hoe de buitenwereld daar straks naar kijkt. Ik kan niet met de ogen van een ander kijken.’
Loslaten
De vraag die zich opdringt is: hoe verder? Tartakovska: ‘Ik moet nu de techniek weer loslaten. Techniek is geen doel op zich, het was een onderzoek. Dat is nu afgerond. Ik ben in mijn hoofd alweer bezig met een volgende uitdaging: wat moet ik loslaten om tot de kern te komen? Ik zoek nog steeds naar de kwetsbaarheid van het model. Dat komt misschien doordat ik het prachtig vind mijn dochter – die nu zestien is – op te zien groeien. Of misschien ben ik stiekem ook wel gewoon bang voor ouderdom, dat ik daarom zulke kwetsbare modellen uitzoek. Dat weet ik niet precies, maar zij inspireren mij. Het is wel zo dat die schoonheid en die onschuld niet staat of valt met die hele rijke kleding. Het is fantastisch om zo over-the-top te hebben geschilderd, maar dat is hiermee aan zijn grens gekomen. Ik kan het nu gaan exposeren. Het was een intense ontdekkingsreis en ik hoop dat mensen die reis met mij mee willen maken.’
De Heksenjacht en tovenaressen
Een bijzonder onderdeel van Tartakovska’s Rembrandt-serie zijn de schilderijen ‘Inquisition’ en ‘Circe’. Tartakovska: ‘Ik ben gefascineerd door het tijdperk van de inquisitie. Hoe blind mensen toen waren. Hoe zo iemand als Heinrich Kramer zijn onzekerheid en vrouwenhaat op de hele wereld kon projecteren. Dat vrouwen massaal verbrand werden, omdat ze een moedervlekje op een verkeerde plek hadden. Hij heeft Malleus Maleficarum geschreven, een boek over heksen en ketters, hoe je ze vindt en hoe je ze het beste kunt vernietigen. Dat was mogelijk in een tijd waarin mensen niet opgeleid waren en een wanhopig slecht leven hadden. Bijgeloof heeft soms gruwelijke kanten. Vreselijk, maar ook intrigerend. Het kwade schuilt in iedere mens. Ik heb iets met demonen. Dat komt uit mijn cultuur denk ik, Lermontov. Het inquisitie-schilderij heeft overigens een heel ander type model. Ook ‘Circe’ staat binnen de Rembrandt-serie op zichzelf. Circe was een prachtig mooie vrouw, die lastiggevallen werd door hele vervelende mannen. Gelukkig kon zij toveren en ze heeft al die mannen in wilde zwijnen veranderd. Een hoofdstuk uit de Odyssee. En natuurlijk ook het model voor Cersei in Game of Thrones. Ja, natuurlijk kijk ik ook series… ik ben gewoon een mens hoor! Bovendien zijn die series tegenwoordig voor een groot deel geschilderd. Al die fantasy-landschappen en steden zijn op ongelofelijke gedetailleerde wijze geschilderd en getekend. Dat is een kunstvorm op zich geworden. Ik was overigens ook gefascineerd door een schilderij van Waterhouse van Circe. Al die Circe’s en het verhaal over haar gingen een eigen leven leiden in mijn hoofd. En dan loop ik een winkel binnen waar een meisje staat dat er precies zo uitziet als de Circe in mijn hoofd! Dat kan geen toeval zijn natuurlijk. Dan sla ik meteen toe!’
Oktober Maart 2019
Gallery238
Brouwersgracht 238
1013 HE Amsterdam
T: 06 14 35 52 22
W: gallery238.com